Kaapstad: WOW! - Reisverslag uit Kaapstad, Zuid-Afrika van Bart Tunen - WaarBenJij.nu Kaapstad: WOW! - Reisverslag uit Kaapstad, Zuid-Afrika van Bart Tunen - WaarBenJij.nu

Kaapstad: WOW!

Door: Bart van Tunen

Blijf op de hoogte en volg Bart

04 Juni 2014 | Zuid-Afrika, Kaapstad

Beste volgers,

Allereerst, excuses dat ik zo lang op me heb laten wachten. Het is de afgelopen weken zo druk en vooral zo leuk geweest dat ik nauwelijks tijd heb gehad om wat te typen. Ik zal jullie eens een indruk proberen te geven van wat ik allemaal heb gedaan, meegemaakt en beleefd.

Zondag 11 mei, inmiddels al meer dan drie weken geleden, was de dag dat mijn nieuwe avontuur begon. Uitgezwaaid door opa, oma, mama, Marcel, Sietse en natuurlijk Lisanne ging ik door de douane. Ik ben veel en lang bezig geweest met de voorbereiding, maar kreeg nu pas écht het gevoel dat het ging beginnen. Een beetje dubbel wel, maar wat kreeg ik er een energyboost van. Ik had er zoveel zin in!

De eerste vlucht naar Dubai vertrok om 15.30 uur en was met de Airbus A380, wat een gigantisch ding. Je merkt er natuurlijk helemaal niks van als je erin zit, maar dat doet er niet toe. Het was iets meer dan 6 uur vliegen en ik had gewoon mijn eigen tv-schermpje, heb me prima vermaakt. We kregen ook heerlijk eten, dat zit wel goed bij Emirates. Op het vliegveld van Dubai was er niet zo veel te beleven. We kwamen daar om 00.00 uur lokale tijd aan en ik verwachtte eigenlijk best veel drukte want bijna alle intercontinentale vliegmaatschappijen hebben daar hun tussenstop/overstap, maar daar bleek weinig van waar. Het vliegveld zelf was supermooi en verdomd groot, we moesten gewoon met een treintje naar een andere gate voor de volgende vlucht. Wat nog wel grappig was, bij de douane wilde een agente dat ik mijn tas zou openen om te kijken of ik geen verdachte dingen bij me had. In mijn handbagage had ik mijn rugtas zitten. Ze beval al snel om die tas open te maken en pas toen ze mijn stethoscoop zag zei ze: “Aaah, you’re a doctor?” Voorzichtig bevestigde ik het maar en na drieënhalf uur wachten gingen we weer de lucht in voor de 9 uur durende vlucht naar Cape Town!

Op het vliegveld werden we opgewacht door Claudio van 4exchange, het Nederlandse uitwisselingsbedrijf waarbij we ons hotel hebben geboekt. Zijn naam deed al een hoog surfdude-gehalte vermoeden en zijn voorkomen kon dit alleen maar bevestigen. Hij bracht ons binnen een half uurtje naar het hotel, de eerste indrukken van mijn nieuwe woonplaats voor het komende half jaar. En wat voor indrukken! Ik heb al wel een paar plekken op de wereld gezien maar hier ging het allemaal wel heel snel. Waarschijnlijk omdat ze allemaal als idioten rijden en ook nog eens links, echt gek in het begin. Ons verblijf ligt zo mooi onderaan de Tafelberg en het was heerlijk weer. In Nederland regende het al dagenlang dus daar was ik wel aan toe! Ons onderkomen heet Best Western Cape Suites Hotel, maar je kunt het niet echt een hotel noemen. Het is meer een soort klein wijkje met best een hoop appartementjes, waarbij de hoogste op de tweede verdieping liggen. Goed afgeschermd van de buitenwereld door muren, elektriciteit en bewaking, dat schijnt wel nodig te zijn. We kregen het welkomstpakket met daarin wat informatie over de stad, autoverhuur, SIM-kaart en dat soort dingen. Even inchecken bij de receptie en onze kamer in. Justin en ik hebben een tweepersoonskamer met eigen badkamer, waarbij we de woonkamer en keuken delen met twee anderen. Toen we al onze spullen hadden uitgepakt zijn we een rondje gaan lopen. Nog een beetje zenuwachtig, van al die criminele verhalen wist ik niet zo goed wat ik moest verwachten. We zitten op best een goede locatie maar binnen een paar minuten loop je al in de wat armere wijken waar niemand gek opkijkt van mensen die op de stoep liggen te slapen. Het verschil tussen rijk en arm valt direct op. Al moet ik zeggen, de armoede overheerst toch wel, dat is best schrijnend. Op de hoek van de straat zitten een Ferrari- en Maserati-garage naast elkaar en 100 meter verder woont iemand in een tentje op de stoep, bizar. We kwamen tijdens onze verkenningsroute toevallig langs Truth, een koffietentje dat beweert de beste koffie van de wereld te produceren. Dat moest ik toch eens proeven. Het is echt een grappig concept, lijkt van buiten net een gevangenis met allemaal verroest staal, ziet er eigenlijk niet uit maar past best goed in het straatbeeld. Het was lekker druk met allemaal toeristen die al snel tegen ons begonnen te praten. Achterin staat een grote machine uit 1940 van zeker tien meter hoog die de bonen maalt en zo maken ze hun eigen koffie. Ik ben niet zo’n koffiefanaat, maar deze cappuccino kreeg zelfs ik naar binnen!

Aan het einde van de middag ontmoetten we Mathijs en Jeroen, twee andere studiegenoten die ik vaag kende, Justin iets beter. We dronken iets in de tuin van de pub/restaurantje onder onze kamer, leuke plek is dat. Daarna hebben ze ons meteen mee uit eten genomen in Kloof Street, het verlengde van het uitgaanswalhalla Long Street. De bediener was echt zo stoned als een garnaal, hij kwam drie keer terug om te vragen wat voor pizza Mathijs nou had maar hij was best hilarisch. Helemaal toen ik vroeg of hij Afrikaans kon praten, wat een grappig taaltje is dat. Later die week, toen we even van het ziekenhuis naar de Medical Library van de University of Cape Town (UCT) liepen, hoorde een vrouw ons praten en zij vroeg of we uit Nederland kwamen. We konden gewoon in het Nederlands-Afrikaans communiceren, zo maf aan de andere kant van de wereld. Ze vertelde dat er oorspronkelijk Nederlands werd gesproken in Zuid-Afrika, maar toen lang geleden veel immigranten uit de kant van India kwamen en weigerden om de Nederlandse taal aan te nemen is er een soort mix ontstaan van hun lokale talen met het Nederlands. Zo leer je nog eens wat. Terug naar het eten, die biefstuk was zo lekker! En ik had al verhalen gehoord dat het allemaal zo goedkoop was, maar dat geloofde ik niet echt. Onterecht, bleek al snel. €8,- voor zo’n hoofdgerecht met een halve fles wijn, ik geloofde mijn ogen niet. Wat een paradijs! Terug met de taxi, dat is ook een hele beleving hoor. Die chauffeurs zijn bijna allemaal leuk, elke keer weer lachen. ’s Avonds zijn we niet te laat gaan slapen, was best kapot na al dat reizen!

Dinsdag moesten we ons om 08.30 uur melden op de Faculty of Health Sciences om alle administratie voor het ziekenhuis te voltooien. Ik had verwacht dat het allemaal lang zou duren, maar wonder boven wonder lagen onze papieren al helemaal klaar bij een wel heel welvarende vrouw (dik!). Wel heel lief hoor, dus we hebben haar bedankt met wat stroopwafels; haar vetzuchtige oogjes begonnen al meteen te twinkelen. Ze had ons doorgestuurd naar de Faculty of Geological Sciences op de upper campus voor de aanvraag van onze studentenpassen. Geen idee waar we moesten zijn, dus ik had een campusmedewerker aan zijn jas getrokken en hij bood aan om ons er even heen te rijden. Hij vertelde over de geschiedenis van het studentenrugby waar de University of Cape Town al jarenlang lijstaanvoerder is en zette ons voor de deur van de geologische faculteit af. Eerste deur links moesten we zijn, en ook daar was alles binnen vijf minuten geregeld. Ik wist niet wat ik meemaakte, niet echt Afrikaans dit tempo! Door naar de bibliotheek om de toegang tot het WiFi-netwerk van het ziekenhuis te regelen. Het eerste de beste meisje dat ik aansprak bracht ons meteen naar de juiste plek en ook daar waren we binnen no-time klaar. Snel door naar de secretaresse van het Trauma Department in het ziekenhuis met wie we veel contact hebben gehad vanuit Nederland, Miriam Fridie. Zo’n leuke vrouw! Humor als geen ander. Lekker sarcastisch, geliefd door iedereen, altijd vrolijk en nog charmant ook. Ze regelde wat papierwerk, gaf ons de sleutel van een eigen kluisje, leidde ons rond over de afdeling en stelde ons voor aan een paar artsen. Het zag er rustig uit, maar om het hoekje lag er toch al één helemaal in de kreukels. Doordeweeks (en al helemaal overdag) schijnt echt peanuts te zijn in vergelijking met de weekenden, dus ik ben benieuwd wat die allemaal gaan brengen. Maar eerst een tijdje wat handelingen leren tijdens de diensten overdag en ’s nachts doordeweeks, daarna zien we wel verder! Prof. Navsaria, de traumachirurg voor wie we het onderzoek doen, was er die dag niet, dus Ms. Fridie raadde ons aan om lekker naar huis te gaan en morgenochtend om 07.45 uur terug te komen voor de ward round. Prima, het zonnetje scheen als nooit tevoren! We hadden gehoopt om wel gewoon een taxi tegen te komen op straat, maar na een bijna een uur ronddwalen door niet al te prettige wijken zijn we maar een enigszins betrouwbare lunchtent ingegaan en een taxi laten bellen. ’s Middags even hardgelopen rond het parkje voor ons appartement, veel hoogteverschil dus lekkere spierpijn de dagen erna. ’s Avonds weer uit eten met z’n vieren, dit keer gewoon in de tuin van het restaurantje onder onze kamer. Best ideaal: prima voedsel, dichtbij en kost nauwelijks iets. Daarna nog even wat gedronken in diezelfde tuin en weer op tijd bedje in. Ik moest nog wel een beetje wennen aan dat vroege opstaan, maar gelukkig geeft de stad me al een hoop energie terug!

Woensdagochtend liepen we dan voor het eerst mee in het ziekenhuis. Even snel wat handjes geschud voor de visiteronde die van 08.00 – 10.00 uur zou duren (over trauma ward, IC, high care en medium care) onder leiding van ene dr. Edu. Overduidelijk al jarenlang traumachirurg, volledig afgestompt en scheldt nog meer dan Gordon Ramsey. Geen enkele aandacht voor de patiënt, bij hoge uitzondering een keer een vraag om even de bewustzijnsgraad te checken. De neurochirurg kwam ook even langs bij een patiënt en twijfelde aan het hemoglobine dat was geprikt omdat hij vond dat die patiënt wel een beetje een bleke tong had, waarop dr. Edu zei dat hij dan “his own fucking hemoglobin” moest gaan prikken. Verder hebben we die ochtend al veel slachtoffers gezien van verkeersongelukken, zeven steekwonden (vooral in hoofd en borst) en een schotwond in een arm. Ook iemand die met een bijl was aangevallen, met een hamer, van daken gevallen, bizarre dingen. Na de ward round liepen we een beetje over de afdeling om alle logistiek en organisatie wat beter te snappen. Er zijn drie ruimtes op de unit: een triage-kamer/wachtkamer die tevens dient als green room (ongeveer twintig zitplaatsen en twee onderzoeksbanken), daartegenover de yellow room (met twaalf bedden) en aan het einde van de gang (naast de operatiekamer) de red room = resuscitation (resus) room (zes bedden). Hoe donkerder de kleur van de kamer en dus hoe verder in de gang, hoe ernstiger de toestand van de patiënt. De ‘resus’ is dus wel de heavy stuff, de zware verkeersongelukken en gunshots/stabs, allemaal levensbedreigend. Daar staat één arts(-assistent) en er staat nog één arts(-assistent) op de yellow + green room. Ik had echt veel meer artsen verwacht en dat lijkt zo nu en dan ook behoorlijk nodig, maar blijkbaar niet echt haalbaar. De afdeling wordt gerund door drie artsen (dr. Edu, afdelingshoofd prof. Nicol en onze begeleider prof. Navsaria). Wij besloten om eerst maar eens een kijkje te nemen bij de green room en daar stond arts-assistent Anna. Ze had het lekker druk, de wachtkamer zat goed vol. Ze vroeg ons meteen of we bloed konden prikken en laat ik daar nou net een certificaat voor hebben gehaald. Zo’n zwarte huid maakt het er niet makkelijker op, maar het ging allemaal goed gelukkig. Terug naar Anna. Er wordt gewerkt met iPads waarop een programma is geïnstalleerd dat speciaal is ontwikkeld voor trauma units, waarin alle belangrijkste info van de patiënt zelf kan worden ingevoerd, de primary survey, secondary survey, radiologie, lab, beleid, operatieverslagen, alles eigenlijk. Er is een directe connectie naar de printer zodat alle informatie ook het dossier in kan. Ideaal systeem eigenlijk, ware het niet dat die iPads aan de lopende band worden gestolen door patiënten. Toch kregen wij er door Anna één in onze handen gedrukt met de boodschap om patiënten uit de wachtkamer (green room) op te nemen. Na een korte uitleg liepen we met iPad de green room in om willekeurig een patiënt uit te kiezen, op te nemen en alles meteen te noteren in het elektronische systeem. Korte anamnese, kort lichamelijk onderzoek, beleid uitzetten en snel overleggen of alles juist is. De eerste patiënt was twee dagen daarvoor met een kapotte bierfles in zijn gezicht geslagen waardoor hij een flinke snee onder zijn oog had. Omdat hij pas na zo lang was gekomen, was de wond al aan het helen en die huidflap was al helemaal afgestorven, dus wij aan Anna gevraagd wat te doen. Oh, plastisch chirurg bellen, met de iPad een foto maken van de wond en naar die chirurg sturen. Zo gezegd zo gedaan, ’s middags zou hij worden geopereerd. Volgende patiënt. Twee weken geleden uit een trein gevallen (?) en nu hoofdpijn en misselijk, zo zei de zuster. Ik uitgevraagd, bleek ze bij het uitstappen een meter naar beneden te zijn gevallen op haar hoofd, sindsdien hoofd- en nekpijn en sinds vanochtend misselijk, overgeven, duizelig, kaakpijn. Toch maar bloedgeprikt en CT-scan aangevraagd. Anna had uitgelegd hoe ik het bloed moest versturen en de radiologie moest aanvragen, dus dat konden we voortaan ook zelf doen. Ondertussen werd op de yellow room een patiënt binnengebracht die was aangereden en snel daarachteraan nog een verkeersslachtoffer. Nekkraag om, geplankt, heel de rits. Anna nam de patiënt op en ik keek mee. Overdracht door ambulance, ABCDE gecheckt, CT en röntgenfoto’s aangevraagd, bloed geprikt (HIV-positief, altijd fijn) en wachten op de uitslagen. Snel door naar de volgende, een 23-jarige jongen die bij het oversteken eerst door een busje was aangereden en aan de overkant van de straat nog eens overreden door een auto. Hij wist er niks meer van, had veel nekpijn en bleek fervent heroïnegebruiker. Weer het standaard beleid en door naar de volgende. Zo ging het eigenlijk heel de middag door. Ook nog een schouder gezet en gegipst bij iemand met een luxatiefractuur. Goed opletten, want de volgende zouden we zelf moeten doen, inclusief de anesthesie. Oké. Van tevoren was door onze voorgangers al aangekondigd dat ze hier volgens het ‘see one, do one, teach one’-principe werken, maar dat werd nu wel heel letterlijk nageleefd. Aan het einde van de dag zat een patiënt in de green room die nog gezien moest worden. Van een trap gevallen, pijn in zijn zij, verder niks te zien en geen afwijkingen bij lichamelijk onderzoek. Dat leek me een mooie om helemaal zelf af te handelen, zonder vragen aan Anna. Röntgenfoto aangevraagd, rib 8 & 9 gebroken, pijnstilling voorgeschreven, krabbeltje van Anna en onder supervisie ontslagen. Dat was best cool, patiënt helemaal blij!

We waren rond 15.00 uur weggegaan en het was nog heerlijk weer, dus snel even zwembroek aan en met de taxi naar Camps Bay, de rijkste wijk van Kaapstad met een geweldig mooi strand. Nog een cocktail gedronken op de boulevard (€2,70) en richting huis want ’s avonds was het volle maan, een hele happening op Lion’s Head: de mooiste bergkam van de Tafelberg. Schitterend uitzicht over de verlichte stad, een hoop mensen die dat vanaf de berg gingen bekijken. Tas met bier mee en klimmen maar. Was echt gezellig (Jeroen en Mathijs waren er ook bij) met alle andere wandelaars. Ze zijn allemaal zo sociaal en aardig, iedereen maakt wel even een praatje. Een hoop nationaliteiten maar ook veel Afrikanen. Na een uur klauteren bereikten we de top, en wat een uitzicht (ondanks de duisternis). Een klein uurtje later gingen we weer terug, een drankje in de pub onder onze kamer en slapen. Donderdag weer gewoon ward round waar we binnen vijf minuten al werden onderbroken omdat er een patiënt werd binnengebracht die zich had opgehangen. Hij had een klein kwartier aan een strop gehangen en dat was goed te zien, heel zijn keel was opgezet en een dikke striem van dat touw. Hij was gevonden door zijn vrouw en kinderen, afschuwelijk. Verder was hij gelukkig stabiel en is inmiddels al in goede gezondheid ontslagen. Deze ward round werd geleid door prof. Nicol, veruit de meest sociale en inlevende arts die bij iedere patiënt een klein college gaf. Verdomd slimme vent, je komt hem ook overal op internet tegen. Ik zal jullie verder alle patiëntenbeschrijvingen besparen, maar weer een hoop verkeersslachtoffers, gunshot wounds en stabs. De patiënten zijn trouwens zo goed als allemaal blacks (zo noem je ze hier echt), de whites hebben meestal meer geld en gaan naar private ziekenhuizen. De zusters zijn allemaal van die lekkere dikke negerinnen met een soort witte of blauwe politiepakjes aan, ziet er een beetje gek uit. Zij spreken naast Engels bijna allemaal ook Afrikaans en als ik dan Nederlands begin te praten gaan ze helemaal uit hun dak, echt leuk. Wat verder nog wel grappig was, was dat dr. Edu met zijn grote mond tijdens de ward round advies kwam vragen en poeslief was tegen de kleine prof. Navsaria: de hiërarchie was duidelijk.

Aan patiëntencasus was het iets minder interessant dan woensdag, maar ’s middags wel een college van dr. Edu bijgewoond met een klein clubje zesdejaars studenten (in het kader van een soort Minor; daarna gaan ze pas twee jaar coschappen lopen). We waren met z’n negenen en het college was best vermakelijk. Tien indicaties voor acute laparotomie, bam bam bam. We kwamen niet verder dan zes en hij bleef maar doorgaan op foute suggesties, echt grappig. Daarna was er een soort research bespreking (met pizza’s!) waarin de lopende onderzoeken werden besproken en een presentatie van één van de arts-assistenten over community assault, een groot probleem hier. Als de community ontdekt dat iemand steelt of iets crimineels heeft gedaan, pakken ze hem met z’n allen terug en mishandelen ze ‘m echt volledig. Heb al een hoop akelig verminkte gezichten gezien. Prof. Navsaria was ook bij de bespreking en zou naderhand hopelijk even tijd voor ons hebben, want we moesten wel even wat dingen overleggen voordat we met het onderzoek konden beginnen. Helaas werd hij met spoed uit de meeting gehaald voor een operatie. Daarna had hij alweer een andere afspraak, dus of we morgen terug konden komen. Zo geschiedde. Ik was er niet helemaal gerust op want hij kan zich gedragen als een echte traumachirurg, maar hij was eigenlijk hartstikke vriendelijk en nam zelfs even de tijd voor ons. Op zich wel fijn, want we moeten nog veel met hem samenwerken. Hij wilde heel graag een jaar door met dit onderzoek en wil daarna sowieso internationaal publiceren, wat betekent dat we wel nog twee keer twee opvolgers krijgen. Maar goed, wij hebben heel de datasheet en proposal gemaakt, dus wat hem betreft verdienen we wel een plaatsje bij die publicatie. Of dat daadwerkelijk gaat gebeuren is natuurlijk maar de vraag, maar op zich wel iets om naar toe te werken.

Vrijdagochtend was het weer prof. Navsaria die de visiteronde leidde. Toen we ons in onze OK-pakjes aan het hijsen waren kwam ik een arts tegen ik de vorige ochtend ook al zag. Ik praatte even met ‘m en wat bleek nou, hij was er nog steeds! ’s Nachts vijf uur lang geopereerd en patiënt nog dood ook, hij zag er vrij gesloopt uit. Langzaamaan ontdekte ik de organisatie op de afdeling een beetje. Vrij ingewikkeld, maar ik zal het kort proberen te schetsen. Het Trauma Department bestaat uit de Trauma Unit met groene, gele en rode kamer (waar ik al over schreef) en in de gang daarachter heb je de Trauma Ward (High en Medium Care) waar de meeste patiënten naartoe gaan na de opvang/OK. Een verdieping daarboven zit de IC waar soms ook patiënten liggen. Overdag werken twee arts(-assistent)en op de Trauma Unit en één arts(-assistent) op de Trauma Ward. ’s Avonds om 18.00 uur (na 10 uur) worden die twee op de Trauma Unit vervangen door twee anderen die de volgende 16 uur werken, maar die ene op de Ward blijft de hele nacht tot na de ochtendoverdracht en draait dus een 26-uursdienst. Ik weet niet of het bevorderlijk is voor de kwaliteit van de gezondheidszorg, maar blijkbaar is er geen beter alternatief.

Na de visiteronde ging ik even kijken op de resus room (= rode kamer) waar een patiënt werd opgenomen die door een trein was overreden. Niet helemaal onvoorstelbaar als je de spoorwegovergangen ziet. Al snel kwam er een nieuw auto-ongeluk binnen, waarop de zuster zei: it’s raining. Dan kunnen ze ineens niet meer rijden en komen er aan de lopende band verkeersslachtoffers binnen. En aangezien juni de meest regenachtige maand is belooft dat nog wat! De patiënt die onder de trein was gekomen moest gehecht worden, dus dat heb ik samen met die arts gedaan. See one, do one, teach one. Op de yellow room was Rubesh aan het werk, 31-jarige arts-assistent en een hele aardige jongen. Hij heeft ons inmiddels al een hoop uitgelegd en ook al zijn gegevens voor de digitale systemen gegeven. Inmiddels hebben we onze eigen inlogcodes en kunnen we dus ook patiënten opnemen via het elektronisch patiëntendossier en zelfs vanuit thuis checken wat er allemaal gaande is op de afdeling. Op de gele kamer lag een jongen van 14 jaar die door zijn vader was aangevallen met een bijl (hoe verzin je het?) en weer een man die door twee auto’s was geraakt en vanwege zijn osteogenesis imperfecta van alles had gebroken. Wegens de drukte was de trauma-opvang van de volgende patiënt voor mij, zo zei Rubesh: een 53-jarige vrouw die door ambulance werd binnengebracht na een auto-ongeluk (PVA = pedestrian-vehicle accident). ABCDE, noteren in de iPad en overdragen. Omdat ik tussendoor nog iemand moest helpen ingipsen verliep het allemaal wat chaotisch, maar de belangrijkste informatie had ik wel achterhaald. C-spine was klinisch niet vrij te geven dus heb ik een nekkraag om laten doen, waarmee ik mijn eerste complimenten in ontvangst mocht nemen. Bij de vraag of de spiertonus bij rectaal toucher normaal was moest ik passen.. die was ik even vergeten. Oké, dit keer geen probleem maar voortaan wel even doen bij iemand met een verdenking op neurologisch letsel. Ik knikte instemmend en ging snel door naar het volgende punt. Saved by the bell, want ik werd gebeld door het autoverhuurbedrijf met de mededeling dat onze auto voor de ingang van het ziekenhuis stond. We hadden een oude Chevrolet verwacht maar tot onze verbazing stond er een gloednieuwe Ford Fiesta. Alle Chevvies waren verhuurd dus we kregen tijdelijk deze voor dezelfde prijs. We rijden er nog steeds in, heerlijk wagentje! We zijn er aan het einde van de dag meteen mee naar Signal Hill gereden, vanwaar je een adembenemend uitzicht hebt op de zonsondergang. Jeroen en Mathijs waren daar al en ’s avonds aten we samen wat in de pub onder ons appartement. We werden uitgenodigd bij het appartement van andere Nederlandse studenten voor een potje beerpong; daar zeg ik natuurlijk geen nee tegen. Met die andere twee jongens was ik daarheen gegaan en het was heel gezellig. Vervolgens met z’n negenen in een taxi van vijf man en op naar de Dubliner. Voor het eerst in Long Street, wat een gebeuren! Ik heb nog nooit zo’n chaos gezien. Zo vreselijk veel mensen, politieagenten, bedelaars, dronken volk, feestvierders, Afrikanen, toeristen, eenlingen, ik wist niet wat ik zag. Al snel bleek wel dat het op straat niet echt veilig was, dus zo snel mogelijk die kroeg in. Het was best leuk maar we waren allemaal doodop, dus op tijd alweer naar huis.

Zaterdag hebben we heel de dag met Jeroen en Mathijs getourd naar Gordon’s Bay, een beruchte autoroute van 200 km langs de kust naar het zuidwesten. Nog een beetje brak van de vorige nacht deed het uitzicht ons al snel ontnuchteren. Strakblauwe lucht en non-stop roadtrippen langs de kust van de azuurblauwe oceaan. Iedere paar kilometer wel even stoppen bij een uitkijkpost, het hield niet op. ’s Nachts gingen we weer naar Long Street, het was immers weekend. Ik was weer met J&M en was het tijd voor mijn ‘ontgroening’ in Bob’s Bar: Fucked by Bob heette het drankje. En ja, I was fucked. Niet qua alcohol, maar wel qua chilipepers. Ik zal jullie de uitwerking op mijn spijsverteringskanaal besparen, maar het was geen pretje. Maar goed, volgens de overlevering moet iedereen dat drankje ondergaan vooraleer een echte Capetonian te zijn, dus die was binnen. Daarna waren we naar Club169 gegaan, echt een leuke tent met locals en toeristen door elkaar. Goede DJ, gezellige mensen, prima avond! Binnen de kortste keren was het 04.00 uur en gingen de lichten aan. We hadden nog wel zin in een kleine snack bij de McDonalds op de hoek, dat ging er goed in. Toen we daar weg wilden was er alleen één probleem: heel Long Street vol met taxi’s, maar allemaal illegaal. En na het horen van een paar afschrikwekkende verhalen dat mensen midden in een township werden gedropt en volledig zijn beroofd hebben we daar maar van af gezien. Maar goed, we moesten toch naar huis en er was geen normale taxi te vinden. Na een paar telefoontjes naar taxichauffeurs die ons al de hele week hadden gechauffeerd leek het toch goed te komen, ware het niet dat Steve lang op zich liet wachten. In de tussentijd maar een enigszins betrouwbare illegale taxi proberen te zoeken. Toen we door het raampje met de chauffeur aan het onderhandelen waren verzamelden zich een groepje van acht locals om ons heen. Op het eerste gezicht allemaal eenlingen, maar bij nader inzien hoorden ze gewoon bij elkaar. Ik haalde serieus vijf seconde mijn hand uit de zak waar mijn telefoon zat en meteen voelde ik een andere hand erin. Ik sloeg net op tijd zijn hand weg en zijn daarna meteen weggelopen. Niet veel later kwam eindelijk onze taxi voorrijden die ons veilig naar huis bracht. Lesje voor de volgende keer: niet tot 05.30 uur bij de McDonalds blijven.

Zondag waren we van plan om te gaan surfen. J&M hadden het al wel eens gedaan en waren helemaal enthousiast, dus wij met z’n vieren naar Muizenberg. Het was zonovergoten maar de zee was iets te wild om het goed te leren, dus na twee uurtjes strand besloten we om Lion’s Head nog eens te beklimmen, ditmaal overdag. Van al dat lekkere weer kreeg ik een hoop energie dus heb met Justin geprobeerd om ‘m op te rennen. Het was een zware tocht, maar we kwamen een heel eind. Als je de top nadert is het onmogelijk om nog te rennen omdat je dan echt moet klimmen, maar na 31 minuten kwamen we eindelijk boven, bezakt met nog een paar liter water. Even uitpuffen, hoofd de lucht in en wow, wat een panorama! Ik heb het beeld eens goed in me opgenomen en genoot zo erg, om nooit meer te vergeten. We hebben daar zeker twee uur in het zonnetje gezeten (na een half uur kwamen die andere jongens ook boven) en wat foto’s geschoten van de beruchte rots. Het is daarboven zo gezellig, allemaal mensen die voldaan de beklimming hebben volbracht en volkomen gelukkig zijn. De top is een soort plateau van ongeveer 20x10 meter, best groot nog. Toen we daar zaten kwam een jongen van een jaar of 25 vragen of iemand een mes had. Mathijs had toevallig een zakmes bij zich en gaf ‘m. Die jongen was daar met een klasje, leek het wel. Hij vertelde er hartstikke enthousiast over: het was een groepje kids uit verschillende townships die het leuk vinden om te zingen en te dansen, maar er is niemand die ze verenigt. Hij werkt voor een vrijwilligersorganisatie die die kinderen koppelt en zo een zing-/dansgroepje begint. Dit was een soort eerste introductie waarbij die kinderen elkaar beter konden leren kennen, een groepje van twaalf onder leiding van de ene jongen. Dat mes had hij nodig om pindakaas te smeren op het brood dat hij mee had genomen, en als dank gingen ze een klein liedje zingen. Zo leuk!

Maandag begon dan officieel ons onderzoek. We doen onderzoek naar de verschillende behandelmethoden van penetrerende retroperitoneale letsel (lees: schiet- en steekwonden in de buik en rug) en hebben met prof. Navsaria afgesproken dat we alle penetrerende abdominale (= buik) trauma’s (PAT’s) includeren om vervolgens iedereen zonder retroperitoneaal letsel (= (bij)nieren, alvleesklier, twaalfvingerige darm, delen dikke darm, deel van de blaas, rectum en veel bloedvaten waaronder de aorta) weer te excluderen. Hij verwacht 20-30 abdominale trauma’s per maand, dus ongeveer één per dag (we zitten inmiddels al op 29 PAT’s in drie weken, dus dat schiet op). Bij de ward round kwamen we erachter dat er sinds 00.00 uur niemand een gaatje in zijn buik had, dus de werkzaamheden van ons onderzoek zaten er al snel op. Ik werd geroepen om een patiënt op te nemen in de green room die van een ladder was gevallen: veel pijn in zijn enkel en voet. Neurologisch geen afwijkingen. Goede pulsaties van de slagader in de enkel, maar het bloedvat op de voetrug was een stuk minder goed voelbaar. Het Doppler-apparaat wist ik inmiddels te vinden en die liet gelukkig toch een duidelijke toon horen, dus op naar de computer om een röntgenfoto aan te vragen die een uur later een aantal geluxeerde middenvoetsbeentjes liet zien. Na overleg met de arts gingen we samen naar de gipskamer met een ampulletje propofol (roesje). Na een hoop gesjor aan de voet liet het mobiele röntgenapparaat een goede stand zien, dus ingipsen en naar huis. Heerlijk, ik had echt het gevoel dat ik iets bijdroeg. Vervolgens werd ik gevraagd om een infuus te prikken en toen kwam prof. Navsaria ons ophalen omdat hij wel een mooie OK had. Toen ik daarna terugkwam op de Trauma Unit was er net een patiënt opgenomen die door een auto was aangereden. Gevolg: dikke hoofdwond, midden op zijn kale kop. Hij was hartstikke dronken en het bloedde als een rund, ik keek mijn ogen uit. Er lag een handdoek op zijn hoofd wond en die was gewoon helemaal doorweekt, het bloed liep er in een continu straaltje onder uit. Toen de arts de ambulancebroeder beval om de handdoek er even af te halen spoot het bloed direct een meter de lucht in, ik schrok me dood. Meteen iedereen een spatbril op tegen de HIV en beginnen aan een ondoenlijk karwei, hechten maar! De arts vroeg mij om ook steriele handschoenen aan te trekken en hem te assisteren. Zo gezegd zo gedaan, al klinkt dat makkelijker dan het was. Ik moest steeds proberen om de wond droog te deppen met steriele gaasjes, maar binnen een seconde was het meteen weer één groot bloedbad. Daarbij werd die patiënt helemaal gek, niet verdoofd vanwege een te lage bloeddruk. Hij schreeuwde het uit en sloeg steeds opnieuw op het bed waarop hij lag. Toen die arts zei dat hij dood aan het bloeden was werd hij iets rustiger, maar alsnog niet bepaald gekalmeerd. Na een half uur was het klusje dan eindelijk geklaard en konden de zusters beginnen om de hele ravage op te ruimen. Een hoop bloed was al gestold en lag als grote klonten naast elkaar.

’s Middags hadden we nog wat tijd over en gingen Justin en ik naar Sea Point, lekker hardlopen langs de schitterende boulevard. Een hoop lotgenoten, fijn briesje van de zoute zee en alleen maar vrolijke mensen, ik genoot. In de avond gingen we met ons vieren uit eten bij Da Vinci, dat kan ik iedereen aanraden. Toen we terugkwamen nog een drankje in de pub en naar bed. Dinsdagochtend weer om 08.00 uur bij de ward round. Eén van de patiënten was een 21-jarige jongen met dertien schotwonden in buik en benen en was vervolgens nog bekogeld met een baksteen ook. Na de ward round even zoeken waar hij nou precies was, want we moesten hem verder onderzoeken vanwege de waarschijnlijkheid op retroperitoneaal letsel, maar hij lag niet op de plek waar we hem een uur geleden zagen. Shit, op OK. Wij even kijken en na de operatie meteen zijn dossier meegenomen om de benodigde informatie te achterhalen (alle ABCDE prehospitaal en op Emergency Department, diagnostiek, labuitslagen, wondstatus, interventies, complicaties, reoperaties, etc). De eerste inclusie was een feit! Aan het einde van de dag zouden we eigenlijk gaan surfen maar het was redelijk onstuimig weer, dus ‘s avonds thuis gekookt met die andere jongens, nog een klein cocktailtje in de pub en mijn bedje in.

Woensdag was het nog steeds rustig (dinsdag – donderdag is de rustigste periode in het ziekenhuis), dus wat kleine dingetjes gedaan en geholpen bij het verwijderen van een thoraxdrain bij onze enige inclusie, dat was wel leuk. Tijdens de ochtend kwam een nieuwe patiënt binnen met penetrerend abdominaal trauma die we voorlopig hebben geïncludeerd en we konden al vroeg in de middag naar huis. Met Mathijs en Jeroen gingen we naar het District Six Museum, over de recente geschiedenis van de apartheid in de wijk District Six (waar ons hotel zich ook bevindt). Wij gingen mee en hebben zomaar iets cultureels gedaan op de woensdagmiddag. Wel afschuwelijk verhalen hoor, een hoop overeenkomsten met het antisemitisme van Hitler. Daarna liepen we langs Charley’s Bakery, een begrip in Kaapstad. Het is een bakkerij gespecialiseerd in het maken van de meest extravagante taarten die ik ooit heb gezien en de winkel hangt vol met foto’s van wereldberoemde mensen tijdens hun bezoek aan de bakkerij, zoals Nelson Mandela en Oprah Winfrey. Een paar brownies gekocht voor onze jarige huisgenote Jet en terug naar het appartement. We zijn met haar en haar Amsterdamse vriendin Rachel uit eten geweest in Fork, een superleuk tapas restaurant in de stad. Terug in het hotel namen we nog een drankje in de pub en daar ontstond het idee om Long Street nog onveilig te maken. Justin wilde wel even bobben en reed ons naar de Dubliner, live muziek en superdruk! Justin vertrok rond 01.00 uur alweer met die meisjes, maar ik bleef met J&M nog tot in de vroege uurtjes. Ik had afgesproken met Justin dat hij de volgende ochtend naar het ziekenhuis zou gaan en ik vrijdag, zodat we allebei een dag vrij hadden. Donderdagochtend was het tegen alle voorspellingen in heerlijk weer, een ideale omstandigheid om Lion’s Head nog een keer te bedwingen, maar nu in mijn eentje. Taxi gebeld, rugtas om met daarin wat vocht en voedsel: op naar het begin van de klim. Wat heb ik genoten zeg. Een uur lang hiken in het zonnetje, een hoop mensen onderweg tegengekomen, even een praatje en door. Bovenop de top stond een heerlijk windje, ik heb daar bijna drie uur van het uitzicht genoten. Op sommige momenten was ik zelfs helemaal alleen, een zeldzaamheid. Ik heb nog nooit in mijn eentje gepicknickt, maar mijn broodjes, mes en potje Nutella heb ik toch vol liefde naar binnen gewerkt.

Vrijdag was het mijn beurt voor het ziekenhuis. Justin had vier patiënten geïncludeerd van wie ik de voorlopige follow-up moest gaan noteren. Kostte niet veel tijd, dus daarna nog even kijken of ik wat kon doen. Niet veel, bleek snel. Op de red room lag een patiënt die ’s nachts was neergestoken in zijn hoofd en wat schetste mijn verbazing, dat mes zat er nog steeds in! Het handvat stak er ver uit en het mes van zeker 10 cm zat nog in zijn hoofd. ’s Middags zou hij voor OK gaan waar hij niet levend uit is gekomen, niet dat iemand daar nog vertrouwen in had... Vroeg in de middag ben ik al terug naar huis gegaan, het zonnetje scheen lekker. Die andere twee jongens zouden naar Silvermine gaan: een groot natuurpark op 30 km afstand waar je mooi kon wandelen en hiken. Ach, waarom niet, ik sloot aan! De rust die er heerste was een genot en de natuur wederom oogverblindend mooi. Bovenop een hoge rots keek je uit over een gigantische vallei à la Lion King en na een avontuurlijke hiketocht van twee uur keerden we terug. ’s Avonds waren we uitgenodigd bij een braai van de fysiotherapeut van het ziekenhuis waar J&M stage liepen: tientallen internationals met allemaal verschillende studies en stages, erg leuke mensen ontmoet. Met een hoop daarvan zijn we nog naar Long Street gegaan en we belandden weer in Club 169. Wat een mooie dag!

Zaterdag was het slecht weer en ben ik met Mathijs en Jeroen naar Hout Bay gereden, waar iedere zaterdag een overdekte markt is. Allemaal Afrikaanse spulletjes maar ook een hele catering en live muziek bij een soort open haard, heel gezellig! Van daaruit reden we meteen door naar het rugbystadion. Het kwam met bakken uit de hemel en die jongens hadden niet echt zin, maar het leek me zo gaaf om zo’n wedstrijd eens van dichtbij te zien! Ik had met Igor, een Fransman die ik tijdens de braai had ontmoet, afgesproken om te gaan en J&M sloten aan. Toen we in de rij stonden bij de kaartverkoop kwamen we in contact met een vriendelijke oude man die ons de seizoenskaarten van zijn verhinderde zoons uitleende waardoor we gratis naar binnen konden. Viel dat even mee. We hebben anderhalf uur met open mond zitten kijken naar die wedstrijd en de sfeer in het stadion, echt super! ’s Nachts voor de verandering nog eens in Long Street gekeken, maar daar zouden we het dit keer niet al te laat maken.

Zondag gingen we naar Cape Point en Cape of Good Hope. Een tocht van in totaal dik 200 km, maar het verveelde geen moment. Ik kan er een half boek over schrijven, maar ik verval al een beetje in superlatieven dus laat ik dat maar niet doen. Het is gewoon zo mooi! De bergen, de zee, de dieren, het besef dat je daadwerkelijk op één van de zuidelijkste punten van de aarde staat, te gek! Kaap de Goede Hoop hebben we niet eens gehaald, daar gaan we nog een keer naar terug. Op de terugweg aten we nog een hapje in Muizenberg en we doken op tijd ons bed in, heavy weekend!

Maandagochtend was ik met Justin even langs een winkelcentrum gereden in Milnerton, op een half uurtje van Kaapstad. Hij moest zijn telefoon laten maken en daar zit de enige officiële Samsungwinkel van de Westkaap. We hadden van tevoren opgezocht waar we precies moesten zijn en we snapten het niet zo goed, want het zag er helemaal niet uit als een winkelcentrum. Wat bleek nou, het is de grootste shoppingmall van heel Afrika! Meer dan 400 winkels, één gigantische doolhof. Alle grote westerse ketens, bioscopen, zelfs een achtbaan. Bewaking staat met shotguns voor de deur, het was wel duidelijk dat alleen de rijke klasse welkom was. Daar gaan we binnenkort nog eens naar terug, alleen daar rondlopen is al een hele beleving. Vervolgens wachtten in het ziekenhuis de zeven patiënten die afgelopen weekend zijn doorboord met messen en kogels, dus we moesten echt even aan de slag. Om 15.00 uur hadden we er vijf geïncludeerd en was de verleiding om te gaan surfen iets te groot, dus snel naar huis, spullen pakken en naar Muizenberg. We kregen een les van anderhalf uur, kostte twintig hele euro’s. Eerst even droog oefenen op het strand, hilarisch. Daarna snel het koude water in en oefenen maar. De eerste paar keer was natuurlijk al snel zout water happen, maar na een klein uurtje had ik de eerste goede golf te pakken en even later stond ik gewoon twintig seconden totdat ik bijna op het strand was aanbeland. Wat een kick! Dat gaan we gegarandeerd vaker doen. Mathijs en Jeroen deden het nu voor de derde keer en dat zag er zo nu en dan al aardig soepel uit, dus dat biedt hoop. En aangezien het surfseizoen voor de deur staat lijkt me dat een mooi tijdverdrijf voor een vrije middag.

Dinsdag weer eens een ward round meegepakt en de overige patiënten geïncludeerd. ’s Middags nog wat handjes uit de mouwen gestoken en daarna zijn Justin en ik Devil’s Peak (een andere bergkam van de Tafelberg, vlakbij ons hotel) opgerend. Woensdag hadden we ons op het rooster voor coschappers ingeschreven voor een nachtdienst. Overdag deden we wat administratie voor het onderzoek en om 18.00 uur meldden we ons in het ziekenhuis. Eerst de overdracht die ruim een uur duurde, daarna wat klinisch werk. De nachtdiensten zijn over het algemeen best hectisch, maar zoals ik al zei is woensdag één van de rustigere dagen. Toch was het best interessant met een paar schotwonden, een zelfmoordpoging, steekwonden, mishandelingen en een paar flinke verkeersongelukken. Er waren nog een aantal interns van de universiteit van Kaapstad, was best gezellig tussendoor. We hebben met één van hen een grote hoofdwond gehecht, dat had ik nog nooit echt goed gezien. En ik heb maar goed opgelet want: see one, do one, teach one! Verder nog geholpen bij het prikken van een centrale lijn (best een ingewikkelde techniek) in een bloedvat onder het sleutelbeen en na nog een lesje over gangs hier in Kaapstad (veel patiënten hebben tatoeages: 26 = stelen, 27 = verkrachten en 28 = moord) werd ons rond 02.30 uur al aangeraden om naar huis te gaan, met de mededeling dat we van harte welkom waren in het weekend. Dan is het pas echt een gekkenhuis en is iedere helpende hand welkom. Goed, zaterdag zullen we er zijn!

Donderdag lekker uitgeslapen en ’s avonds eten bij Mama Africa. Krokodil, springbok , struisvogel, warthog (wild zwijn) en antilope, heerlijk was het. Daarna op stap geweest in de Dubliner want daar was het Jagerbomb-night! Het is niet voor te stellen, maar die dingen kosten dan dus maar €1,10. Het was dus lekker druk en ik kwam nog een paar leuke Hollanders van het hotel tegen. Een waardige laatste stapavond voor die jongens!

Vrijdag was Justin alleen naar het ziekenhuis gegaan, ik mocht Devil’s Peak nog een keer bedwingen. Verder heb ik die dag niet heel veel uitgevoerd (behalve bijkomen van de nacht ervoor). ’s Avonds gingen we voor het laatst met z’n vieren uit eten en dat kon maar op één plek: Da Vinci. Daarna nog een klein drankje gedaan en zaterdag goed geslapen want ’s avonds zou ik me in het ziekenhuis melden. Overdag wat data ingevoerd, booschappen gedaan, een wasje gedraaid en die Mathijs en Jeroen uitgezwaaid. Best jammer, want wat heb ik een onvergetelijk mooie tijd met ze gehad. Om 22.00 uur was het dan eindelijk zover: de nachtdienst, en wat had ik er zin in! Met de verwachtingen die ik had kon het eigenlijk alleen nog maar tegenvallen, maar dat zou niet gebeuren. Integendeel, ik wist niet wat ik meemaakte. Om 22.30 uur kwam ik aan en het zag er rustig uit. “It will come, be patient”, zei arts-assistente Justine. Een ‘meisje’ van misschien net 30 jaar die de hele avond de tent zou runnen. En hoe! Omdat het nog rustig was ben ik met een spoedoperatie meegegaan: man in zijn borst geschoten, kogel nog in een ruggenwervel. De chirurg kon aan de baan van de kogel en de vorm van de wond zien dat het van een gang was. Gangsters houden hun pistool namelijk altijd op de ‘stoere’ manier zijwaarts vast, en als je dan afvuurt gaat de kogel vanwege de terugslag scheef het lichaam in. De operatie zelf was wel leuk, maar niet echt spectaculair. De chirurg en anesthesist waren wel echt grappig, maar na anderhalf uur werd de operatiekamer gebeld met de vraag of één van de chirurgen naar de afdeling kon komen omdat er een niet te onderdrukken bloeding was binnengebracht. Dat was voor mij reden genoeg om de OK te verlaten en terug te gaan. Ik liep de rode kamer op en zag meteen chaos. Veel artsen, verpleegkundigen, twee patiënten. Een 17-jarig meisje dat in een verongelukte taxi had gezeten. Gevolg: onderbeen kapot. En niet een beetje. Vanaf halverwege haar scheenbeen was alleen nog maar bot en verscheurd weefsel zichtbaar. Haar voet lag naast haar been en zat nog maar half vast. De Zwitserse coassistent Nico en een Londense arts in opleiding waren de wond aan het verschonen. Het meisje was gewoon bij bewustzijn en schreeuwde het herhaaldelijk uit van de pijn. Merkwaardig genoeg kon ze haar tenen nog bewegen en was ze neurovasculair (bloedvaten en zenuwen) ook nog intact, dus ze gingen proberen het been nog te redden. Verder had ze over haar hele been diepe sneeën die nog gehecht moesten worden. Of ik dat wel eens had gezien? Voorzichtig bevestigde ik en werden de hechtspullen in mijn handen gedrukt. Nico bleef er nog even bij om de eerste hechting te begeleiden, maar de volgende waren voor mij alleen. Toen ik daarmee klaar was ging ik bij de buurman kijken. In zijn arm gestoken, en dat was te zien. Zijn pols was dermate toegetakeld dat beide slagaders geraakt waren en ook van de zenuwen was maar weinig gespaard gebleven. Van al dat bloedverlies ging hij hard achteruit, dus ik werd op pad gestuurd voor twee noodzakken aan bloed. Toen die patiënt enigszins onder controle was leek de rust weder te keren, maar niets was minder waar. Het was 03.30 uur en de bom was gebarsten. Gunshots, verkeersslachtoffers, stabs in hoofden, community assaults, ambulancebroeders die op hun patiënt zaten om ze in bedwang te houden en vervolgens werden gebeten, artsen die patiënten (letterlijk) tot bedaren sloegen en platspoten, mensen die op de gang lagen te slapen omdat het zo lang duurde. En toen kregen we de mededeling dat het Tygerberg, het enige andere ziekenhuis met groot traumacentrum, haar deuren had gesloten vanwege de drukte. Alles kwam naar ons. Op een gegeven moment stonden er vier brancards met drie ambulancebroeders per patiënt in de rij om opgenomen te worden op de rode kamer. Allemaal levensbedreigend, onbeschrijflijke taferelen. Maar wow, wat was het best wel leuk… Ik heb echt mijn ogen uitgekeken! Om 06.45 uur was ik helemaal gesloopt en de drukte was onverminderd groot. Het voelde een beetje bezwaard, maar de rust zou de komende uren toch niet terugkeren dus als ik mijn gevoel zou volgen zou ik er zondagmiddag nog zijn. Mijn verstand zegevierde dan ook en ik keerde enigszins voorzichtig (na het zien van alle gevolgen van die afschuwelijke verkeersongelukken) terug naar mijn kamer.

Zondag werd ik pas rond 15.00 uur wakker, ben vervolgens beneden in de pub gaan zitten en heb wat to do dingetjes afgewerkt. Om 19.00 uur schoof Justin aan en aten we een lekker kipschnitzeltje. De rest van mijn avond een beetje aan mijn blog geschreven en op tijd mijn bed in: maandag weer ward round!

Om 07.35 uur stapten we weer in ons mooie Fordje en reden naar het ziekenhuis. De visiteronde was een drukke, alle patiënten van het weekend moesten worden overgedragen. Gelukkig had dr. Edu er zin in en jaagde alles er voor 10.30 uur doorheen. Daarna waren we van plan om de penetrerende abdominale trauma’s van het weekend te onderzoeken op retroperitoneaal letsel, maar daar werd een stokje voor gestoken door dr. Rubesh (de aardige 31-jarige arts-assistent). Hij vroeg of ik even snel een astrupje (arterieel bloedgas = slagader) kon prikken. Pardon? Nou, hij zou het één keer voordoen en de rest van de dag waren ze allemaal voor mij. En zo geschiedde: handschoenen aan, voelen in de lies naar pulsaties, naald van ongeveer 5 cm recht naar binnen en hopen op bloed. Ik heb er die dag in totaal zes geprikt en de laatste paar gingen als volwaardig anesthesist. Oké dat is overdreven, maar wel in één keer raak! En toen, toen kwam al meteen de climax van de dag. Een patiënt naast me (waar Rubesh mee bezig was) crashte volledig, hypokaliëmie en hartstilstand: reanimeren! Eerste keer in mijn leven, best gek maar ik had het eigenlijk nog veel gekker verwacht. Hij was al geïntubeerd dus wat dat betreft was de beademing redelijk goed onder controle. Telkens drie series reanimeren, hartritme beoordelen, medicatie geven en door. De patiënt had een asystolie, dus een defibrillatie zou niets helpen. Na een klein half uur hebben we alles gestaakt en hem laten sterven; er was geen redden meer aan. Heel droevig natuurlijk, maar binnen een paar seconden werd ik met het zweet nog op mijn voorhoofd al gevraagd om weer een bloedgas te prikken bij een andere patiënt. Meteen daarna werd een chest stab binnengebracht: infuus en bloedprikken aub. Ik had zaterdagnacht natuurlijk al veel opnames gezien, dus ik wist inmiddels een beetje waar alles lag waardoor ik mezelf beetje bij beetje nuttiger kan maken. Echt leuk is dat! Meteen daarna werd ik naar de gele kamer geroepen met de vraag of ik iemand wilde hechten. Maar natuurlijk, graag zelfs. Toen ik die man zag schrok ik wel even, hij was met een kapot glas in en rond zijn oog gestoken. Ooglid en hoornvlies gescheurd, visus helemaal verdwenen en daaromheen best een diepe snee. Flinke spuit met lidocaïne (lokale verdoving) erbij en beginnen maar, 19 hechtingen en dik een uur later gaf hij me een stevige klop op mijn schouder en bedankte me. Ondanks dat ik ‘m toch aardig had gepijnigd… Terug naar de resus! Daar lag een man die in zijn hoofd was gestoken. Het mes zat er nog in en zou die avond er eventueel uitgehaald worden, maar omdat het mes helemaal tot in zijn ventrikels zat waren zijn overlevingskansen nihil: met Rubesh naar zijn familie voor een slecht nieuwsgesprek. Er werd een abstinerend beleid afgesproken, waarna direct een volgende patiënt werd binnengebracht. Er is duidelijk geen tijd en plaats voor emoties! En dat is maar goed ook denk ik, anders trek je het hier niet lang. Een 18-jarige jongen lag het uit te kermen van de pijn na een schotwond. Hij was op straat neergeschoten, één kogel die door zijn arm en zijn rechterzij uiteindelijk in ruggenwervel S2 terecht was gekomen. Weer de hele riedel: ABCDE, bloed, infuus, katheter, astrup en onder de Lodox (low dosis total body scan). Die kogel had zijn zenuw aangetast waardoor hij vreselijk veel pijn had in zijn been. Daarbij was hij tik-verslaafd (metamfetamine) waardoor de morfine zijn werk niet goed kon doen. Zijn krijsen ging door merg en been (letterlijk en figuurlijk). De artsen werden daar aardig ziek van en zeiden dat hij zich niet zo moest aanstellen. “Your pain toleration is non-existent man, shut up”. Hij werd later die avond nog geopereerd, ben benieuwd of dat nog goed komt met zijn been…

En toen was het al 18.00 uur, 10 uur lang gerend en gevlogen over de afdeling. Uiteindelijk dus geen seconde aan ons onderzoek gezeten, maar dat had ik er al te graag voor over. Het was nogal een uiteenlopende dag met lesjes bloedgassen prikken, tevreden gehechte patiënten en reanimeren tegenover twee doden en veel pijn. Maar het was het waard (voor mij tenminste), heb echt het gevoel dat ik veel heb opgestoken! En het feit dat ik een beetje kan meedraaien en nu op eigen initiatief astrups kan prikken en bloedaanvragen etc. mag ondertekenen maakt het extra leuk! We zijn meteen wat gaan eten in de pub en hebben de rest van de avond aan ons onderzoeksplan geschreven; dat moet vrijdag ingeleverd worden.

Gisteren sliepen we een beetje uit en ’s middags hebben we een groot deel van de patiënten van het weekend geïncludeerd voor ons onderzoek. ’s Avonds weer eens zelf gekookt en vandaag het onderzoeksplan afgeschreven. Morgen handtekening van prof. Navsaria, opsturen naar Nederland en dan is het alweer bijna weekend! Maar zoals altijd hier in Kaapstad, er zal nog een hoop gebeuren…

Ik heb drie geweldige weken achter de rug en waarschijnlijk liggen er nog veel meer mooie weken in het verschiet. Het was even wennen aan het straatbeeld, de armoede en de criminaliteit, maar afgelopen week zag ik een mooie spreuk staan op een muur hier in Kaapstad: trust nobody, but love them all. En zo is het. Langzaamaan begin ik de stad beter te kennen, het links rijden gaat als vanzelf, ik loop niet meer aan de verkeerde kant bij winkels naar binnen, ik heb geluncht met één van de artsen in het ziekenhuisrestaurantje, ben in de stad al één van mijn patiënten tegengekomen die mij nog herkende en word steeds hartelijker begroet door de bewakers van afdeling en de parkeergarage. Kortom, ik begin me iedere dag meer thuis te voelen en dat voelt goed. Nog vier maanden en ik kan jullie vertellen: ik heb er zin in!

PS. Respect voor degene die dit ellenlange verhaal heeft doorgrond.

  • 05 Juni 2014 - 00:09

    Mirjam De With:

    Wow Bart! Echt te gek dit! Heel bijzonder dat je dit allemaal zo kan meemaken! Geniet ervan, xxx

  • 05 Juni 2014 - 00:12

    Opa En Oma:

    Waw, bloed zweet en tranen.

  • 05 Juni 2014 - 04:46

    Frank:

    Bomba!

    Jeetje wat klint het onwijs tof daar! Je zou bijna denken dat het tegen Azië op kan;) Ik ben ook blij dat je een gehele dag hebt opgeofferd om dit boekwerk te schrijven. Mij heeft het 45 minuten gekost om het naast het zwembad op de 4e etage door te lezen. Bedankt dus, ik ben weer een kreeft door al die zon..

    Geniet er nog van daar, ik kijk uit naar je volgende blog!

  • 05 Juni 2014 - 11:17

    Mama:

    Lieve Bart! Wat een mooi verhaal en wat super dat je ons het weer laat meebeleven. Dikke kus, mama.

  • 05 Juni 2014 - 16:36

    Henk Van Tunen:

    Hoi Bart, Zijn trots op je. een mooi verhaal en wat je allemaal beleef daar. Een studie loodgieter had makkelijker geweest haha! geniet van de mooie dingen en steek heel veel op in de gezondheidszorg. groetjes henk en rickey.

  • 09 Juni 2014 - 00:24

    Connie:

    Hoi Bart,ik heb eindelijk je verhaal gelezen.Het is heel indrukwekkend wat je allemaal meemaakt en dat je daar zo van geniet is ook heel duidelijk.We krijgen van Lisanne een dagelijkse update hoor. Blijf vooral schrijven zodat wij ook kunnen meegenieten.
    Groetjes Ad en Connie XXX

  • 09 Juni 2014 - 18:18

    Billy:

    goede sessie bart! alles gelezen natuurlijk:), ik geloof dat je geen opleiding tot specialist meer hoeft te volgen?:) succes daar he! joe

  • 10 Juni 2014 - 23:52

    Sandra Helderman Entius:

    Hallo Bart, ik heb je hele verhaal ook gelezen, man man het lijkt wel een tv serie op een drukke ER.
    je maakt wat mee jongen. Erg indrukwekkend allemaal. het ziekenhuis werk in Nederland word straks een eitje. Mijn dochter studeert nu voor ok assistent dus dan hoor ik ook wel eens iets, maar dat zijn "huis tuin en keuken "operaties vergeleken bij jou werk. maar desalniettemin heel leuk.
    Groeten en veel succes Tante Sandra

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Bart

Actief sinds 20 Sept. 2012
Verslag gelezen: 3643
Totaal aantal bezoekers 26452

Voorgaande reizen:

11 Mei 2014 - 15 Oktober 2014

Cape Town!

22 September 2012 - 02 November 2012

Zambia!

Landen bezocht: